Dipturus batis
Eerst Þorláksmessa eten, dan sterven.
Vleten zijn gemakkelijk te herkennen aan de spitse snuit, de hoek tot de neus is <90°, bij andere roggen is dat >90°. Wanneer je ze vilt, zie je allemaal zwarte puntjes in het vlees (zie afbeelding). Vleten zijn vlezig en helaas erg lekker. Dat weten ze op IJsland ook. Daar heb je o.a. de Groenlandse haai, die ze een paar maanden laten fermenteren (rotten/rijpen) en zo onder de naam hákarl op de markt gebracht wordt. Verder heb je Þorláksmessa, een vleetbereiding met een vergelijkbaar procedé. Na de ‘rijpingsperiode’ wordt het voornamelijk op 23 december gegeten ter ere van de heilige Thorlákur. Deze traditie zou je kunnen vergelijken met onze gewoonte om kalkoen met de kerstdagen op te dienen. (Hoewel dit gegeven iets minder emotioneel geladen is.)
Het is vooral de penetrante ammoniakgeur van de ‘skata’ die ons afschrikt. Immers, er wordt ons al van jongsaf geleerd dat je rogvleugels ‘van bij ons’ moet weggooien vanaf er een zweempje van ammoniak te bespeuren is. Ook horeca-uitbaters sturen dergelijke marchandise onverwijld retour.
Voor meer informatie: https://www.zeevruchtengids.org/nl/rog